Het is nu een jaar geleden dat ik besloot om mijn studie Psychologie weer op te pakken. Superspannend vond ik, want ik begon wel wat aan mezelf te twijfelen. Kon ik dat wel? Ben ik wel slim genoeg? Kan ik het naast mijn werk doen? Levert het doen van tentamens niet veel te veel spanning op? En waarom zou ik op 47-jarige leeftijd in vredesnaam nog een vierjarige studie gaan oppakken? Ik ben zeker de 50 gepasseerd als ik klaar ben!
Maar het idee liet me niet los. Ik was getriggerd door de uitdaging. En de overtuiging dat je nooit te oud bent om te leren.
Op een dag zei mijn man tegen mij: "Je moet het alleen doen als je de activiteit van het studeren op zichzelf heel leuk vindt, los van je uiteindelijke doel. Anders houdt je het niet vier jaar vol". En dit was echt een goede manier om ernaar te kijken. Vind ik het leuk genoeg om het minimaal vier jaar te doen ongeacht of ik de eindstreep haal of niet? En het antwoord was "Ja".
Het bleek een gouden greep. Naast kennis heeft het me zoveel meer gebracht. En een van die dingen wil ik hier graag met jullie delen.
Zoals vele psychologiestudenten keek ik niet bepaald uit naar statistiek. Sterker nog, statistiek is de reden dat ik in 1993 ben afgehaakt in mijn eerste jaar Psychologie op de UvA (naast dat ik het heel lastig vond om mijn bruisende studentenleven te combineren met serieus studeren,:0).
Maar deze keer ging ik het anders doen. Ik ging de module statistiek in met de overtuiging dat ik het kon en dat het me hoe dan ook ging lukken om dit vak te halen. Self-efficacy noemen ze dat, leerde ik al snel.
En ik heb geploeterd, echt waar. Ik heb ontzettend mijn best gedaan. En ik heb ook met mijn handen in het haar gezeten. Maar uiteindelijk viel er elke dag een nieuw kwartje. Ik snapte het elke dag een beetje beter op opeens zag ik het gewoon! En het tentamen heb ik gewoon heel goed gemaakt (en dus gehaald). Dit voelde echt als een overwinning op mezelf en een bewijs dat je alles kunt wat je wil kunnen als je gelooft in jezelf.
Dus. Alle zelftwijfel over boord. Weg ermee. Nergens voor nodig en het helpt je niet. Het maakt alleen maar dat je dingen uit de weg gaat en niet de euforie kunt ervaren als iets moeilijks wél lukt.
Ik ben de self-efficacy (zelfwerkzaamheid) die ik blijkbaar had bewuster gaan inzetten. Voortaan geloof ik gewoon altijd dat ik iets kan als ik dat wil. Scheelt een hoop twijfel, piekeren en innerlijke dialogen;) Het heeft mijn (academische) zelfvertrouwen een enorme boost gegeven en zo ga ik lekker die studie door.
Ik vermoed dat de moraal van dit verhaal wel duidelijk is toch?
Geloof in jezelf.
Geloof dat je de capaciteiten bezit om gedragingen uit te voeren die nodig zijn om specifieke prestaties te bereiken. Mensen met hoge self-efficacy zijn gezonder, effectiever en succesvoller dan mensen met lage self-efficacy (Bandura, A. (1997). Self-efficacy: The exercise of control. W H Freeman & Co.). Waarom zou je jezelf tekort doen?
Dank voor je bericht, we nemen contact met je op!